Systems convening 8 kleuren diagrammen

Andreas van Braam: 'Systemen die alles dichtregelen werken niet bij transities'

Main content

Andreas van Braam neemt deel aan de Community of Practice Regionale Transitie (CoP RT) van DuurzaamDoor. Dit netwerk heeft als doel om een impuls te geven aan de regio om maatschappelijke opgaven te realiseren. Dit doen zij door verschillende partijen uit de samenleving met en van elkaar te laten leren en effectiever samen te laten werken. Hierbij speelt ‘systems convening’ een belangrijke rol.

De afgelopen jaren richtte Andreas zich vanuit de Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied (RTLG) - en in 2022 binnen het kernteam Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) - op het versnellen van de transities in het landelijk gebied. Dat doet hij door nieuwe manieren van werken te initiëren, gebaseerd op samen leren en ontdekken.

Zorg voor ruimte, zodat nieuwe inzichten kunnen ontstaan

“We zijn gewend aan systemen - manieren van werken - die alles dichttimmeren. Dat werkt niet in transities, want transities verlopen niet lineair en zijn onvoorspelbaar. Juist door dingen niet te veel vast te zetten, creëer je ruimte voor nieuwe inzichten”, legt hij uit. Dat is hoe systems conveners werken, schetst Andreas. De opzet is dat je met professionals uit verschillende hoeken van een werkveld leerervaringen opdoet en kennis uitwisselt, met als doel om samen een vraagstuk of casus een stap vooruit te helpen.

“In de vaak complexe en ongemakkelijke thema’s die ik in mijn werk tegenkom, geeft het Wenger-Trayner model mij houvast“, vertelt Andreas. “Juist als ik soms mijn hoofd stoot; ik heb geaccepteerd dat dit erbij hoort. In die situaties helpt deze systematiek mij om te zien waar ik tegenaan loop én hoe ik dingen anders kan doen.” Andreas vindt het Wenger-Trayner-model erg geschikt voor transities.

In onderstaande afbeelding staan de 7 kenmerken van het werk van systems conveners volgens Wenger-Trayner. De vertaling van systems convener vind je in het boek: Systems Conveners - De mensen die systemen bijeenroepen.

SC_OverzichtDiagram

Figuur 1: De 7 kenmerken van het werk van systems conveners

Organiseer reflectiemomenten

“In de basis draait dat om het organiseren van geregelde reflectiemomenten en een mechanisme waarmee je de vragen en inzichten die dat oplevert in je werk kan toepassen”, vervolgt hij. “Die reflectie levert veel op en hoeft niet veel tijd en ruimte te vragen. Het is daarvoor wel belangrijk dat je vooraf nadenkt over hoe zo’n proces het beste kan werken en niet pas na de start van je traject.”

‘Je laat ruimte voor improvisatie en het verlaten van de gebaande paden’

De reflectiemomenten vinden idealiter plaats op een veilige plek - fysiek of digitaal - waar professionals open gesprekken voeren, kennis delen en van elkaar leren”, aldus Andreas Transitieprofessionals noemen dit soms een ‘tussenruimte’, tussen de formele besluitvorming en dagelijkse praktijk. Zie dit bericht op LinkedIn voor meer informatie over een ‘tussenruimte’. Ook in het Tompouce-model van Govert Geldof komt het begrip ‘tussenruimte’ aan de orde. In dit model worden handvatten gegeven voor een gebiedsgerichte aanpak.

Maken van jazz

Hijzelf ervaart de CoP RT van DuurzaamDoor als zo’n tussenruimte, die hij omschrijft als “een diverse groep mensen die met heel veel passie aan hun opgaven werken”. Andreas: “Allemaal zijn we in ons werk veel bezig met systems convening. Het is prettig om elkaar daar verder mee te helpen. Zij helpen mij wanneer ik ergens mee zit en ik breng mijn ervaring in om hen verder te helpen.”

De dynamiek in een tussenruimte vergelijkt Andreas met het maken van jazz: “Het begint bij goed luisteren naar de ander: welke energie voel je en wat zit daarachter? Dat neem je mee en je vult erop aan. Zo maak je samen ‘muziek’ rond een thema, met ruimte voor improvisatie en het verlaten van de gebaande paden.”

Betere keuzes en prioriteiten

De gebaande paden verlaten gaat niet vanzelf, weet Andreas uit ervaring: “We zijn vaak aan het rennen om deadlines te halen. Dat herken ik bij mijzelf: bij drukte en stress gaan ook bij mij de oogkleppen op. Dan schiet ik in de actiemodus, terwijl het juist in die situaties goed is om uit het dominante programmamanagement-denken te stappen, zodat je kort kunt reflecteren.”

‘Door te veel controle slaan juist de interactieve, lerende processen dood’

Wat dat oplevert? “Het helpt je om beter te kijken naar de effectiviteit van wat je doet op de lange termijn. Ook ga je door te reflecteren betere keuzes maken en beter prioriteren. Zo creëer je ruimte en voorkom je dat je blijft hangen in niet-optimale (deel)oplossingen, waarmee je weerstand oproept of andere problemen vergroot”, licht hij toe.

Grootste uitdaging

Op de vraag wat de grootste uitdaging is bij systems convening, antwoordt Andreas: “De enige zekerheid is dat de toekomst onzeker is. Daarop is de reflex vanuit programmamanagement-denken vaak dat men alles nóg meer probeert te controleren. Echter, door die extra beheersing - en het gebrek aan vertrouwen dat dit uitstraalt - slaan juist de interactieve, lerende processen dood. Dan is er uiteindelijk niets meer om te controleren.”

“Ook verdwijnt daardoor de energie bij mensen en lokale initiatieven”, stelt hij vast. “En één ding weet ik zeker: zonder de lokale energie en inzet wordt het nooit zo mooi als mét. Als het überhaupt al lukt.”

Systems convening en programmamanagement zijn allebei nodig

“Ook moet je zien dat dat systems convening en programmamanagement allebei nodig zijn, zodat goede oplossingen bedacht, vastgelegd en planmatig uitgevoerd worden”, geeft Andreas aan. “Ik zie het als een dynamische cyclus: via systems convening krijg je betere oplossingen, die daarna gerealiseerd worden met goed programmanagement. Na verloop van tijd popt dan de vraag op: we doen dit nu een tijdje, waar staan we nu? Vanaf dat moment ligt de nadruk weer meer op systems convening.”

Vertel wat je doet én wat het oplevert

Ondanks zijn passie voor het Wenger-Trayner-model vindt Andreas het lastig zichzelf een échte systems convener te noemen. “Ik voel mij in die rol nog deels bewust ónbekwaam en deels onbewust bekwáám. Maar misschien ben ik te bescheiden. Ik wil het wel graag zijn”, zegt hij. Zijn enthousiasme gebruikt hij onder meer om andere professionals te vertellen over deze aanpak.

“Vertel regelmatig wat je doet én wat het oplevert”, is Andreas’ advies. Daarmee enthousiasmeer je anderen, maar het heeft nóg een functie: “Bij systems convening is vaak lange tijd alleen voor de direct betrokkenen tastbaar wat de opbrengst is van het proces. Neem je eigen organisatie en achterban daar goed in mee, zodat ze aangehaakt blijven bij het proces, en ontvankelijk zijn voor de resultaten.”

Afbeelding Andreas van Braam

Andreas van Braam