Main content
DuurzaamDoor werkt samen met een aantal partners aan een breed netwerk stadslandbouw. Dit komt samen in Het Kennisplatform Stadslandbouw Nederland. Waar is het kennisplatform nu mee bezig? En wat staat er op de planning? Voorzitter Jean Eigeman en secretaris participatietafel Voedseltransitie René Bruijns praten ons bij over de samenwerking met Vlaanderen, het initiatief voor een nationaal programma en financiering.
Stadslandbouw Nederland heeft zich de afgelopen paar jaar fors ontwikkeld. “Het kernteam is uitgebreid naar een mooi netwerk van zo’n 15 partijen die bezig zijn met ‘voedsel van dichtbij’”, vertelt René. “Ook hebben we meer activiteiten kunnen organiseren. Zoals de lokale living labs in onder andere Amsterdam, Leiden en Ede.”
Die groei is mede het gevolg van de coronacrisis, denkt Jean. “Tijdens de lockdown gingen mensen meer aandacht besteden aan voedsel. Gezonder eten werd belangrijker én mensen waren meer thuis en hadden meer tijd. Dit is een stimulans geweest voor de voedselproductie in de lokale omgeving. Daar hebben we op ingespeeld door meer aandacht te besteden aan de vraag: hoe versterken we die beweging onderop, van mensen zelf?”
Intensieve samenwerking met Vlaanderen
Een samenwerking die al langer bestaat, en onverminderd verdergaat, is die met Vlaanderen. Al vijf jaar lang is er een interessante samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Die samenwerking bestaat uit vooral uit kennisuitwisseling en inspiratie opdoen.“ We kunnen echt leren van elkaar”, vertelt Jean. “Zij zien bij ons de aandacht voor het publieke effect en communicatie. In Vlaanderen zijn ze inhoudelijk sterker. Ze hebben minder last van het beeld dat we in Nederland hebben bij stadslandbouw: yuppen op weg naar de tuintjes die ze samen beheren. In Vlaanderen is er vaker een sociaal aspect, waarbij stadslandbouwprojecten juist worden ingezet voor kwetsbare groepen. Bovendien is de politieke belangstelling voor stadslandbouw in Vlaanderen groter dan in Nederland, ook bij regionale bestuurders.”
“Vanwege die verschillen is het nuttig om informatie op te halen uit Vlaanderen en dat te laten zien in Nederland – en andersom. Dat gebeurt bijvoorbeeld tijdens leerbijeenkomsten en zogenaamde voedseldagen. In 2023 willen we naast deze grootschalige bijeenkomsten ook werkbijeenkomsten organiseren, waarin 4 of 5 Nederlandse gemeenten een aantal gemeenten in Vlaanderen bezoeken. Aankomend voorjaar staat er al een werkbezoek gepland aan de stad Oostende, gericht op praktische gemeentelijke aanpakken voor onder andere logistiek.
Nationaal programma voedsel van dichtbij
Een ander onderdeel waaraan het kennisplatform werkt, is een Nationaal Programma Voedsel Van Dichtbij. Hierdoor moet de beweging van onderop beter zichtbaar worden en de impact groter worden. “Wij zijn initiatiefnemer hiervan”, zegt René. “Het betekent een grote stap vooruit, want stadslandbouw en voedselgemeenschappen hebben vooralsnog een diffuus profiel in Nederland. Veel gemeenten hebben niet eens een voedselbeleid. We willen dit profiel sterker maken, met als doel ‘voedsel van dichtbij’ hoger en consistenter positioneren op de provinciale en gemeentelijke beleidsagenda. We denken dat een nationaal programma hierbij gaat helpen, omdat de overheid dan ook het belang hiervan laat zien. Het programma moet een paraplu worden voor zowel de korte keten, voedselgemeenschappen als de stadslandbouw.”
Het kennisplatform als ondersteuningspunt financiering
Een derde focuspunt is financiering vanuit andere bronnen dan de overheid. Vorig jaar oktober was er het webinar ‘Voedsel van Dichtbij gefinancierd’. Er is toen een nieuw MAEX-domein gelanceerd: de MAEX-Voedsel. Inmiddels is het kennisplatform, samen met andere partijen, bezig met het oprichten van een breder ondersteuningspunt voor de versterking van voedselinitiatieven. René: “Er is bij hen behoefte aan menskracht, kennis, kunde en grond. Bovendien is de financiering van projecten rond voedsel van dichtbij een uitdaging. Veel initiatieven weten vaak niet waar en hoe ze het geld bij elkaar kunnen krijgen. Andersom weten veel financiers niets van het bestaan van de voor hun interessante initiatieven en projecten. Daarom hebben wij begin 2022 contact opgenomen met de Triodos Bank en verzekeringsmaatschappij Univé. Zij waren meteen enthousiast. Univé heeft nu, 10 maanden later, al €50.000 beschikbaar gesteld. Hoe mooi is dat?”